We starten het seizoen met overheerlijke honingbessen, kersen frambozen, krieken, pruimen.
Dan hebben we taybes, aalbes, abrikoos, nectarinen, zwarte aalbes, vijgen, blauwessen en appels. De jostabessen, braambessen, peren en moerbeien heb je meestal rond half juli.
Midden in de zomer, in augustus heb je de kiwibes, duindoorn, Japanse wijnbes, loganbes en de pawpaw of prairiebanaan. Naar het einde van de zomer toe heb je de druif en goji.
Wanneer de herfst nadert komen we bij de hazelnoten, okkernoten, kastanjes amandels en kweeperen.
Het seizoen sluiten we af met mispels, kaki’s en kiwi’s. De winter komen we door dankzij de bewaarappelen, bewaarperen en verwerkte producten.
Dit is alleen nog maar de opsomming van de vruchten. Hiernaast zijn er ook nog paddenstoelen, eenjarigen, knol- en bolgewassen, eventueel dierlijke producten en zeer veel eetbare bladeren.